Op geregelde tijdstippen krijgen we in de media te horen dat een groot deel van de Vlaamse en Nederlandse moslimjongeren de evolutietheorie niet accepteren. Meer dan andere leerlingen, zouden zij het creationisme onderschrijven en zich daarom niet akkoord verklaren met de leerstof van de lessen biologie.
Als gevolg van deze berichten vervalt men daarbij in standaarddebatten over de hele kwestie. Men laat professoren aanbrengen dat de relatie tussen wetenschap en religie altijd moeilijk gelegen heeft, dat moslims de evolutietheorie niet aanvaarden omdat deze in strijd is met de Koran en dat dit alles een belemmering is voor hun ontwikkeling in de samenleving. Ook laat men conservatieve predikers opdraven die dikwijls weinig weten over het hele onderwerp maar die de gangbare beelden bevestigen.
De vooronderstellingen die aan dergelijke debatten ten grondslag liggen, worden daardoor zelden kritisch in vraag gesteld. Ze staan nochtans bol van de historische, theologische en sociologische misvattingen. Zowel in de islam als in het christendom konden geloof en wetenschap het door de band genomen juist goed met elkaar vinden, letterlijke lezingen waren zeker niet altijd de norm en al vele decennia geleden werd de evolutietheorie door moslimgeleerden aanvaard. De hedendaagse spanningen rond dergelijke thema's gaan bijgevolg niet terug op eeuwenoude vastgeroeste overtuigingen maar wel op een uiterst moderne spanning tussen 'verlichtingsdenken' en 'religie'.
Dit essay gaat dieper in op elk van deze kwesties en tracht op die manier de relatie tussen islam, het evolutiedebat en de wijdverspreide maar problematische beeldvorming te ontbloten.